(Logo in beeld)
LIKONA
PROVINCIAAL NATUURCENTRUM
(Tekst in beeld)
Presenteert
De zon komt op boven een natuurlandschap. Reeën staan in het struikgewas. Verschillende insecten zitten op bloemen en planten.
(Tekst in beeld)
Limburgse natuur
Verschillende dieren in slow motion: een vos, een slang en vliegende insecten.
(Tekst in beeld)
gedragen door vrijwilligers
Een man slaat op een boom met een houten hamer. Een groep mannen bekijken de inhoud van een klein aquarium. Een vrouw laat een vogel los.
(Tekst in beeld)
25 jaar LIKONA
Luchtbeelden van de Limburgse natuur. Uitgestrekte groene landschappen met veel water. Een man springt door het beeld. Een andere man heeft een kever op zijn hand zitten. Een naaldbos. Een man kijkt door een loep naar de camera.
(Tekst in beeld)
laat je meeslepen door de pracht van onze natuur
(Tekst in beeld)
en de passie van onze vrijwilligers
Verschillende van die vrijwilligers zijn aan het werk in de natuur, met verrekijkers en loepen.
Nog meer beelden van de Limburgse fauna en flora: uitgestrekte plassen, ganzen, bloemen, vogels. Een microscoop. Een spin. Iemand hakt een stuk steen los.
(Tekst in beeld)
25 jaar LIKONA
PROVINCIAAL NATUURCENTRUM
De vertelstem begint te praten:
Welkom in Limburg, de bronsgroene trots van Vlaanderen. Een provincie die steeds meer toeristen lokt met zijn landschappelijke en natuurlijke troeven. Van de zanderige met heide bedekte Kempen tot de hoogstamboomgaarden in het heuvelachtige landschap van Haspengouw. Van de grillig meanderende Maas tot de Voerstreek met zijn historisch kleinschalig landschap en loofbossen. Stuk voor stuk prachtige streken met een hoge natuurwaarde. Deze tot de verbeelding sprekende Limburgse natuurgebieden herbergen 40 procent van de totale oppervlakte Vlaamse beschermde natuur. Dankzij dit groene karakter is de provincie een trekpleister voor zowel mens als dier. Zo komt hier maar liefst 90 procent van de Vlaamse planten- en diersoorten voor. Vroeger kwamen in Limburg de korhoen, de ortolaan en de grauwe kiekendief voor. Ook toen al waren mensen gefascineerd door de biodiversiteit van de provincie. Vandaag zijn jammer genoeg sommige van deze soorten verdwenen. Maar toch hebben we de grootste biodiversiteit van Vlaanderen. Verschillende zeldzame en bedreigde soorten zoals de knoflookpad en de zadelsprinkhaan komen zelfs enkel in Limburg voor. De terugkeer van soorten als de grauwe klauwier is het levende bewijs dat we op de goede weg zijn. Al die natuurpracht zorgt voor troeven op vlak van toerisme, maar brengt ook verantwoordelijkheid met zich mee. Door de natuur in Limburg te verzekeren, kunnen we de Vlaamse biodiversiteit helpen behouden en zelfs versterken. Talrijke terreinbeheerders zijn dagelijks in de weer om deze waardevolle natuurgebieden te beheren en te beschermen met de steun van Europa. Maar vooraleer je werken kan uitvoeren, moet je weten met welke soorten je rekening moet houden. Deze inventarisatie kost veel energie, en de hulp van vrijwilligers levert hier een onmisbare bijdrage. Mensen met een passie voor natuur. Toen in de jaren 80 van de vorige eeuw duidelijk werd dat er verschillende Limburgse soorten verdwenen, besloot men om deze inzet van al die vrijwilligers te optimaliseren. Door een overkoepelend orgaan in 't leven te roepen, konden alle vrijwilligers meer gestructureerd te werk gaan met provinciale ondersteuning: LIKONA was een feit. Ook al veranderde er de laatste 25 jaar wel het een en ander binnen LIKONA, de basisidee bleef altijd dezelfde. LIKONA is het samenwerkingsverband van werkgroepen, die bestaan uit vrijwilligers, ondersteund door de provincie Limburg. Het hoofdkwartier is het nieuwe Provinciaal Natuurcentrum te Bokrijk. Hier kunnen de vrijwilligers gebruikmaken van lokalen om onderzoek te doen of vergaderingen en workshops te organiseren. Het Provinciaal Natuurcentrum staat de werkgroepen bij met het verwerken van al hun gegevens. Zo wordt er jaarlijks een LIKONA-jaarboek uitgebracht en zijn er talloze mooie publicaties verschenen.
(Tekst in beeld)
Jan Mampaey
Diensthoofd Provinciaal Natuurcentrum
Een man, Jan Mampaey, staat tussen de bomen en vertelt:
Het jaarlijkse hoogtepunt van de LIKONA-werking is zonder twijfel de LIKONA-contactdag. Elk jaar komen alle werkgroepen van LIKONA bij elkaar in de universiteit in Diepenbeek en worden er gegevens uitgewisseld, worden er lezingen gegeven, zowel door mensen van LIKONA als door professionele natuuronderzoekers. En die mix, die is magisch. Daar gebeurt het, de uitwisseling tussen de verschillende groepen.
Vertelstem:
Deze goede ondersteuning is een van de elementen die van LIKONA een succesverhaal maken. Maar het hart van LIKONA blijft toch de vrijwilligers.
(Tekst in beeld)
Jan Stevens
Medeoprichter LIKONA
Een man, Jan Stevens, vertelt voor een natuurachtergrond over LIKONA:
LIKONA zijn de vrijwilligers. Het zijn de vrijwilligers die binnen LIKONA zelf, laten we zeggen, hun goesting doen, die doen wat ze graag doen. Die doen wat ze vinden dat ze moeten doen. En de provincie ondersteunt dat. Luc ondersteunt de mensen die hun eigen ding willen doen.
Een andere man, Luc, die naast Jan zit, gaat verder:
Er is ook altijd gezocht naar projecten die belangrijk zijn voor onze natuur, waar we eigenlijk resultaten mee kunnen halen om naar buiten te komen.
(Tekst in beeld)
Luc Crevecoeur
Coördinator werkgroepen
Luc:
En dat spreekt een vrijwilliger aan om er ook in te stappen.
Een groepje mannen is aan het werk in het bos.
Verschillende vrijwilligers van de werkgroepen spreken één voor één de naam van hun organisatie uit:
LIKONA.
Vertelstem:
Ondertussen heeft LIKONA een 400-tal vrijwilligers die samen aan dezelfde kar trekken. Een heel diverse verzameling werkgroepen, die als het ware over de Limburgse diversiteit waken. Elke werkgroep met zijn eigen passie, zijn eigen specialiteit.
Een man van de vogelwerkgroep vertelt over zijn passie:
Waarom die passie voor vogels? Vogels, die ... Vooral de trek interesseert me, omdat vogels toch geweldige afstanden afleggen. Het is fascinerend om te weten dat die vogels, als die hier vertrekken, wel 1.000 en misschien wel 2.000 km afleggen eer ze op hun winterbestemming of op hun zomerbestemming zijn. Het sociale contact is natuurlijk ook belangrijk in onze groep hier. We hebben toch wel een 15-tal vaste mensen.
Met hun verrekijkers bekijken de vrijwilligers de vogels in de lucht.
Een jongere vrouw legt uit:
Vogels betekenen voor mij eigenlijk alles. Zowel vogels spotten, trektellen en zo meer, als vogels ringen horen daar gewoon bij.
Een man, ook lid van de vogelwerkgroep, vertelt:
Anderzijds is het ook belangrijk om de soorten te leren kennen, om meer over de soort zelf te leren kennen. Eigenlijk zijn al die boeken die men raadpleegt min of meer gebaseerd op de kennis van de soorten. Daar levert het ringwerk een heel belangrijke bijdrage aan.
Slow motion-beelden van de vogels en de vrijwilligers. Een andere werkgroep is in de buurt van het water aan het werk, met vissen.
Eén van hun leden vertelt:
Dat geldt niet alleen voor de vissen, maar voor alle werkgroepen. Als er ergens werk of een verandering uitgevoerd moet worden, dat je data hebt om ... Niet om het tegen te werken, maar om te kunnen zeggen: De natuur hier, of dat stukje natuur, is zo belangrijk dat we daar toch omzichtig mee moeten omspringen.
De werkgroep doet aan elektrisch vissen in een kleine beek. De mannen lopen achter elkaar met hun netten. De gevangen vissen worden met een ton in een net gegoten.
Een ander lid legt uit:
Het voordeel van elektrisch vissen is dat we quasi alle vissen in een straal van zeg maar twee, drie meter hebben, want we verdoven die vissen licht, zonder veel schade toe te brengen. We zetten de vissen ook meteen terug in hetzelfde water, en met de kennis die we dan hebben, kunnen we aanbevelingen doen aan verschillende instanties over welke ingrepen er moeten gebeuren in die bepaalde biotopen.
De camera filmt de werkgroep van onder het wateroppervlak. Een 4-tal mannen staan in de beek, de anderen staan op de oever.
Vrijwilligers kammen in rijen een akker uit. Op de achtergrond gaat de zon onder.
Eén van de leden van de werkgroep vertelt wat ze aan het doen zijn:
We zitten hier in het hamstergebied van Widooie. Samen met LIKONA en de vrijwilligers komen we hier jaarlijks hamsters zoeken om te zien hoe het gesteld is met de hamster. Dat is belangrijk, omdat je alleen niet aan die opdracht kunt beginnen. Al die honderden hectares hier kun je niet zelf doorzoeken. Daarvoor moet je met meer zijn. En het is natuurlijk plezanter om samen op het terrein te zijn. Dankzij de monitoring en verder onderzoek van die hamster kun je te weten komen wat een hamster nodig heeft. En op basis van die kennis is men ertoe gekomen om hier maatregelen aan te leggen specifiek voor die hamster.
Een hamsterburcht. De vertelstem:
In 2015 werden op deze speurtochten slechts vijf burchten gevonden. Maar in het voorjaar slaagde men erin om beelden te maken van een van onze laatste hamsters. Hopelijk kan de inzet van al deze vrijwilligers de achteruitgang van de hamsterpopulatie in Limburg een halt toeroepen. De werkgroep zoogdieren is dikwijls op pad in de duisternis. Soms vraagt de identificatie om hoogtechnologische snufjes zoals de batdetector, die aan de hand van sonar bepaalt welke vleermuis er overvliegt. Op andere momenten kom je met het klassieke loepje ook al ver.
Een groep mensen zit aan een tafel met een loep braakballen te onderzoeken.
Buiten vertelt één van de werkgroepleden:
Met braakballen pluizen kun je wel in een regio zien, aan het menu van de uilen, wat daar voorkomt, maar als je in detail iets wilt weten, moet je eigenlijk valletjes uitzetten en ter plaatse zien wat je vangt. Dan weet je exact waar een soort leeft. En als je dat jaarlijks doet, krijg je een indruk van de fluctuaties van de muizenpopulatie.
Een andere man, die bij de dassenwerkgroep hoort, houdt een camera vast. Hij vertelt waarom:
Met de dassenwerkgroep hangen we regelmatig van die camera's op. Het is vooral de bedoeling om de dassen te observeren in hun natuurlijke doen zonder ze te storen. Hoofdzaak is om gegevens te verzamelen die doorgespeeld worden aan LIKONA, waar studies op uitgevoerd kunnen worden.
Nachtopnames van drie dassen.
Een andere man zit bij een overreden das aan de kant van de weg. Hij legt uit:
Spijtig genoeg vallen er heel veel verkeersslachtoffers. Eén van de zaken die wij doen, is het inzamelen van deze dieren om de overheid te adviseren over waar zich black points bevinden
en waar men die knelpunten dan zou kunnen opvangen door een ondertunneling of raster.
Een stuk prikkeldraad met een plukje vacht eraan.
De man gaat verder:
Het zijn de mensen van de dassenwerkgroep die hier actief waren die aan de alarmbel getrokken hebben en gezegd: Kijk, daar bevindt zich een prachtige burcht. Die moet extra bescherming krijgen en daar kunnen we ook extra dingen gaan realiseren. Je mag niet vergeten: als je zo een paar percelen, stukken of burchten hebt, waar de das zich optimaal kan voortplanten, dat dat in het belang is van de dassenpopulatie in het algemeen in Limburg, natuurlijk.
Vertelstem:
De plantenwerkgroep heeft altijd veel vrijwilligers op z'n activiteiten. Met alle data die ze reeds verzamelden, konden ze in 1993 al een eerste atlas uitbrengen. En sinds 2000 is er gestart met de herinventarisatie van heel Limburg. Een echt titanenwerk waar momenteel al 80 procent van gebeurd is.
Een man in een overall haalt een plantje uit een poel. De vrijwilligers lopen door hoog gras. Ze bekijken een plantje:
De bloemen zijn veel kleiner en het is ... Normaal zijn er doorkijkgaatjes, en dat heeft die niet.
Vertelstem:
De mossenwerkgroep verzamelde door gans Limburg gegevens, die nu verwerkt worden met de afdeling Biostatistiek van de Universiteit Hasselt. Iedere waarneming wordt opgenomen in de Florabank van Vlaanderen en biedt veel mogelijkheden om het beheer te evalueren in de geïnventariseerde gebieden.
Twee leden van de werkgroep raadplegen een boek.
Een animatie met veel groen, bloemen, vlinders en een das.
Een andere werkgroep is in de weer met netten, potjes en slangen om insecten te vangen. Die worden met een microscoop onderzocht. Een speciale wagen met bovenaan een net rijdt door het beeld. Nachtopname van een vijver.
Vertelstem:
Om een zo diverse groep als ongewervelden, waar 95 procent van alle diersoorten toe behoren, in kaart te brengen, worden verschillende vangmethodes gebruikt.
Iemand probeert insecten te vangen met een vlindernet.
Vertelstem:
Met klassieke vlindernetjes en de iets modernere variant werden tot op heden meer dan 1 miljoen beestjes actief gedetermineerd. Maar niet alle ongewervelden laten zich makkelijk vangen. Voor sommige soorten zijn vallen en technieken op maat nodig om ze te bestuderen.
Drie mensen zitten om een lichtbak. Eén van hen legt uit wat de bedoeling is:
De vlinders worden gelokt door het uv-licht. Ze vliegen eigenlijk tegen het plexiglas en slieren in de bak. En in de bak zelf liggen eierkartons. De vlinders kruipen eigenlijk tussen de eierkartons. Op die manier maken wij een inventaris van de gebieden.
Een andere man demonstreert nog een andere techniek, met een plastic potje:
Dus nu gaan we een bodemval plaatsen. Dit is een plastieken bekertje. En hier gaat een heel klein beetje wijnazijn over. Loopkevers worden heel sterk aangetrokken door de geur van die wijnazijn en ... Ze komen erop af, vallen erin, maar gaan niet dood aangezien hier die watten op de bodem liggen.
Twee jongeren zijn onder een boom met een grondboor aan het werk.
Vertelstem:
Met gegevens uit de bodem kan je de geschiedenis van ons landschap of klimaat samenstellen. De geologische werkgroep bundelde interessante weetjes en bezienswaardigheden in verschillende atlassen en geologische fietsroutes.
De werkgroep bestudeert de stenen muren van een kerkje.
(Tekst in beeld)
GEOLOGISCHE FIETSROUTE
HOGE KEMPEN
Een groep fietsers komt voorbijgereden.
Een man van de werkgroep, bij een oever, vertelt:
De werkgroep geologie houdt zich inderdaad ook met natuurfenomenen bezig. Al zijn ze niet van de jongste. We hebben hier een stukje fossiel hout van ettelijke miljoenen jaren oud. Maar het interessante is dat de werkgroep verschillende ontsluitingen blootlegt of kennis verzamelt over klimaatsveranderingen die hebben plaatsgevonden duizenden, tienduizenden, zelfs miljoenen jaren geleden. En die als voorbeeld dienen voor de huidige global change die zich voordoet.
Luchtbeelden. De camera zoomt in op de werkgroep. Ze zijn bij een heuvel aan het werk.
De man gaat verder:
Sommige stenen bevatten resten van fossiele organismen, kleine fossielen. Dat kunnen zeelelies zijn, schelpjes, fragmenten van zee-egels. En die laten ons toe de herkomst van het materiaal te bepalen en de ouderdom van de gesteenten.
Drie mensen, ook leden van de werkgroep, staan in een uitgestrekte vlakte. Ze rapen stenen. Een man vertelt:
Die stenen gaan wij zoeken per gebied. Wij noemen dat een terras. En dan komen we iets te weten over de ouderdom van het terras enerzijds, maar ook over de herkomst van de stenen.
Paddenstoelen in een bos. Er vallen druppels water op. Sporen vliegen uit de hoed van de paddenstoelen.
Vertelstem:
De kennis van de Limburgse paddenstoelen is de laatste jaren enorm gestegen. En dat allemaal dankzij een zeer ijverige werkgroep die geen week in een jaar overslaat. Zo werden er ondertussen maar liefst een 3.000-tal soorten gedocumenteerd in Limburg. Als je weet dat in 2004 nog maar 2.000 soorten stonden aangevinkt in Limburg, kan je je een beeld vormen van hun ijverige inzet.
Een vrouw ruikt in een lokaal aan een paddenstoel.
Buiten, in een bosje, vertelt een man:
Omdat wij in onze provincie een aantal soorten hebben die uiterst zeldzaam zijn. En we zijn die in kaart aan het brengen omdat wij een aantal zeer bijzondere biotopen hebben. En als we de rijkdom daarvan in kaart hebben gebracht, dan kan in de toekomst een aantal van die biotopen bewaard blijven. Blijkt dat we toch zeer bijzondere dingen hebben die de andere provincies niet hebben, omdat we heel ijverig zijn.
Een dicht bladerdek. Een groep vrijwilligers trekt het bos in.
Vertelstem:
De jongste werkgroep houdt zich bezig met de oudst levende vertegenwoordigers van onze natuur: bomen. Ze gingen pas in 2014 officieel van start. Hun takenpakket bestaat uit het bestuderen, inventariseren en beschermen van onze mooiste bomen in Limburg.
De werkgroep maakt foto’s van de bomen en meet hun omtrek.
Een andere groep is aan de slag in de buurt van een poel. Een man vertelt:
Als werkgroep houden we ons voornamelijk bezig met de amfibieën en reptielen in Limburg. Met het in kaart brengen van: waar zit nu welke soort, en hoeveel zit er van welke soort? En doordat wij dat als LIKONA in kaart proberen te brengen, kunnen er ook betere beschermingsmaatregelen komen om de soort te behouden in Limburg. Omdat we exact weten waar de soort voorkomt, kunnen we daar ook beschermingsmaatregelen nemen.
Vertelstem:
Een succesverhaal van een intensieve monitoring van soorten is de boomkikker. In 2004 trok de herpetologische werkgroep aan de alarmbel omdat er toen in heel Limburg slechts een 100-tal boomkikkers werden geteld. Dankzij de inzet van terreinbeheerders kunnen we vandaag weer spreken over enkele duizenden exemplaren. De boomkikker vormt het levende bewijs van hoe belangrijk inventarisatie en samenwerking wel zijn. De eerste cruciale stappen gebeuren in 't veld. Het start bij de vrijwilliger, bij de werkgroepen. Vrijwilligers vinden elkaar dankzij een gemeenschappelijke passie. Werkgroepen evolueren door toenemende kennis en opgebouwde vriendschappen. Het is deze onderlinge samenhang die van LIKONA een sterk orgaan maakt dat de Limburgse natuur in kaart brengt. In een provincie die natuur zo hoog in het vaandel draagt, vormt LIKONA reeds 25 jaar een belangrijke partner in het beschermen van dit natuurlijk erfgoed.
Een hoop kikkers in een waterplas.
De verschillende vrijwilligers en werkgroepen herhalen de naam van de organisatie:
Limburgse Koepel voor Natuurstudie.
Luc:
In die afkorting zit eigenlijk alles. LIKONA. Limburgse Koepel voor Natuurstudie. Limburg, koepel, samenwerken en natuurstudie.
Eén van de vrijwilligers:
LIKONA staat voor Limburgse Koepel voor Natuurstudie. Maar eigenlijk weten we dat al, hè?
Insecten en bloemen.
(Tekst in beeld)
De Limburgse natuur en LIKONA bedanken alle vrijwilligers, ook zij die niet in beeld kwamen.
(Tekst in beeld)
In opdracht van
(Logo in beeld)
LIKONA
PROVINCIAAL NATUURCENTRUM
(Tekst in beeld)
Een organisatie van
(Logo in beeld)
Provincie Limburg
(Tekst in beeld)
Met dank aan alle vrijwilligers in de natuur van Limburg
(Logo’s in beeld)
Limburgs Landschap vzw, Agentschap voor Natuur en Bos, Orchis vzw, Natuurpunt vzw, Jeugdbond voor Natuur en Milieu, Werkgroep Limburgse Natuurgidsen, Werkgroep Isis vzw, Vlaamse Landmaatschappij
(Logo in beeld)
De Kijkhut